‘We moeten flexibeler kijken naar ruimte en wanneer die gebruikt kan worden’

Mare Santema | Usespace

Foto Anita Edridge

In veel kantoren gaat van maandag tot en met vrijdag om 17.00 uur het licht uit, is het voor veel werknemers op woensdag en vrijdag een thuiswerkdag en in het weekend zijn de ruimtes sowieso leeg. En dat terwijl maatschappelijke organisaties een schreeuwend tekort hebben aan ruimte. “Zonde. Ruimte moet 24/7 gebruikt worden”, dacht Mare Santema en besloot de zakelijke met de maatschappelijke markt bij elkaar te brengen met haar nieuwe bedrijf Usespace.

“De rol van kantoren is snel veranderd. Mensen gaan niet elke dag meer naar hun werk. Ze gaan misschien voor twee of drie dagen en vaak voor het contact. Dus we moeten flexibeler kijken naar de ruimte die er is en wanneer die gebruikt kan worden. De uitdaging is om het ruimtegebrek om te draaien naar de vraag naar ruimte en de beschikbaarheid ervan om te zetten in een waardevolle match.”

Hulpvraag

Zowel de zakelijke als de maatschappelijke markt hebben een hulpvraag. De zakelijke markt moet meer sociaal betrokken zijn en maatschappelijke organisaties zoeken betaalbare ruimte”, vertelt Mare. “Kantoren krijgen hierdoor vaak positieve bekendheid.”

Het is eigenlijk matchmaking tussen de zakelijke en maatschappelijke markt, wat Usespace doet. Mare is begin vorig jaar met het bedrijf begonnen en ze heeft al heel wat bijzondere matches gemaakt. Zo zijn er orkestrepetities gehouden in kantoren op de Zuidas en heeft de Regenbooggroep een banenmarkt voor daklozen gehouden in een startup hub. “Tijdens deze banenmarkt kwamen daklozen in contact met bedrijven die personeel zochten en maar liefst negen daklozen vonden direct een baan” vertelt Mare.

Nieuwe inzichten

“Mensen uit verschillende leefwerelden komen met elkaar in contact, leren van elkaar, krijgen nieuwe inzichten en verruimen hun blik. In vergaderruimtes van kantoren worden bijvoorbeeld exposities gehouden door Amsterdamse kunstenaars, taallessen aangeboden of bijeenkomsten georganiseerd voor mensen die te maken hebben met huiselijk geweld. Dit zijn impactvolle initiatieven die ook nog eens waardevolle gesprekken opleveren voor thuis tijdens het avondeten”, voegt Mare toe.

Bordje soep

En het werkt twee kanten op. Daar heeft Mare voorbeelden van. “Huurders van kleine organisaties in die startup hub, liepen langs de banenmarkt en vroegen wat er gebeurde. Ze bleven plakken, gingen in gesprek en aten een bordje soep mee. Mensen in verschillende leefbubbels komen met elkaar contact. We proberen het gevoel te creëren om er als kantoor bij te horen, mooie dingen tot stand laten komen door ook kleine dingen te faciliteren”, legt Mare uit.

“Wij zorgen ervoor dat de ruimte bij bedrijven beschikbaar wordt. Het is voor ons veel werk om mensen te activeren en ze te overtuigen. Het is makkelijker om je kantoor dicht te doen dan het gebruikers-aan te zetten. In zes maanden tijd hebben we 423 activiteiten in 2023 in kantoren laten gebeuren en dat is best veel. Het blijkt dat bedrijven zijn geïnspireerd om anders te denken en zien in dat het gebruik van hun ruimte verder gaat dan alleen van 9 tot 5. Het besef groeit dat er zeker nog acht uur per dag over is waarin hun ruimte op een zinvolle manier gebruikt kan worden.”

Naar draagkracht 

Usespace zorgt voor de afspraken en de samenwerkingsovereenkomst.  Het kantoor hoeft niets te doen. Maatschappelijke organisaties betalen naar draagkracht voor de ruimte. “Kleine organisaties betalen een kleine bijdrage waarvan wij de matching kunnen doen.”

Haar bedrijf is een passieproject van Mare: “Het is een soort van morele ambitie van mij. Ik heb architectuur gestudeerd en vindt gebouwen heel gaaf. Het is heel bizar dat we dit allemaal kunnen bouwen en ontwerpen. Ruimte kan een positief effect hebben op mensen en het is zonde als het niet gebruikt wordt.”

Stem op deze kandidaat

‘Onze slogan is 3, 4, 5 mei is wij! Dan zijn we samen’

Rishma Khubsing | Stichting 3 mei, een liefdevol verzoek

Tekst Titia Hartvelt | Foto Anita Edridge

Als 7-jarig meisje stond ze al op 4 mei tijdens de Nationale Herdenking op de Dam voor de televisie in de huiskamer in Deventer twee minuten stilte te houden. Om het gevoel te hebben erbij te zijn. “De televisie aan, de herdenking zien en het journaal samen kijken. Ik nam het altijd heel serieus, dacht aan Anne Frank en mensen die geleden hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd vroeg ik me ook af waarom er geen stilte voor onze voorouders werd gehouden, want die hebben toch ook geleden?” vertelt Rishma. 

Ze heeft Surinaams Hindostaanse roots. “Onze voorouders zijn ook bevrijd van een hoop ellende. Mijn vader antwoordde dan altijd dat ze zo’n herdenking hier in Nederland niet doen. Ik vond het oneerlijk. Het was bijna een frustratie.” Ze nam zich, zo jong als ze was, voor om later een herdenking voor het koloniale verleden te organiseren. Vier jaar geleden was de eerste keer. De aanleiding was het overlijden van George Floyd, de Afro-Amerikaanse man die in 2020 door toedoen van een politieagent in Amerika is overleden. Het incident was aanleiding voor wereldwijde Black Lives Matter-protesten.

George Floyd

“Ik dacht toen; George Floyd is vermoord, nu kan ik het niet meer uitstellen. Het koloniale gedrag in het hier en nu.” Stichting 3 mei, een liefdevol verzoek was geboren. De datum van 3 mei is gekozen om twee verschillende herdenkingen achter elkaar te houden en op 5 mei samen de bevrijding te vieren. “We leven in een mooi land, een mooie stad, waarom verbinden we elkaar niet. Het leven is al ingewikkeld genoeg, waarom die verdeeldheid? Elkaars pijn zien en erkennen en in verbondenheid de vrijheid vieren. Dan klopt het voor mij. Dan is er ruimte voor ieders leed. Onze slogan is 3, 4, 5 mei is wij! Dan zijn we samen.”

De eerste keer was in coronatijd met maar liefst 2000 bezoekers online. Intussen wordt de herdenking op 3 mei op de Dam elk jaar door steeds meer mensen bezocht. “Het aantal groeit. We hebben het weer niet mee gehad. Toen het koud was en regende, kwamen er ongeveer 300 mensen. Het jaar ervoor was het 12 graden en stond er een noorderwind, die het koud maakte. Dit jaar stonden er heel veel mensen”, lacht Rishma. Samen met Warsha Atwarie, penningmester van de stichting en Patienta Assen, secretaris, organiseert ze de herdenking. Een team van tien mensen dat helpt met organiseren en meedenken. De achterban bestaat uit mensen met verschillende culturen achtergronden, omdat het een multiculturele diverse herdenking is.

Vlaggenceremonie

Op het podium op de Dam worden helingsrituelen gedaan en er zijn verschillende kunstvormen te zien. Daarnaast is er een vlaggenceremonie waarbij de vlaggen worden gedragen door mensen uit de gemeenschap. Daarnaast is de stichting onderzoek aan het doen naar waar Nederland is geweest tijdens het kolonialisme. Inmiddels zijn er 51 geteld. “We weten nog niet wat er is gebeurd op al die plaatsen. In Irak en Iran was er bijvoorbeeld een handelspost. Wat daar is gebeurd weten we nog niet. Is daar gehandeld in mensen of in goederen. En als het goederen zijn geweest, kwamen die dan voort uit slavernij? Er was ook een handelspost in Chili. Geen idee wat daar is gebeurd. Dat moeten we allemaal nog onderzoeken. We lezen er veel over en informeren mensen via social media.”

De herdenking op 3 mei is wat Rishma betreft nog lang niet uitgegroeid. Naast de herdenking worden er ook workshops gegeven geven zoals ‘psychologische doorwerking van het koloniale verleden’ en het is ook de bedoeling om kinderen nog meer te betrekken. 

Helingsrituelen

“De herdenking is voor de gemeenschap, door de gemeenschap. Herdenken brengt mensen samen. In de voorbereiding krijgen we al veel liefde. We doen het met weinig geld. Naast een kleine subsidie krijgen we ook donaties en hebben we sponsors. We krijgen bijvoorbeeld korting op het podium en de stoelen. En van drie verschillende filialen van Albert Heijn in de buurt krijgen we kokosolie voor de helingsrituelen, fruit, water en mueslirepen voor in de goodiebags voor alle 100 vrijwilligers. En met het geld dat we ontvangen voor de workshops bekostigen we onderdelen voor de herdenking.”

Geboren in Deventer, opgegroeid in Sittard, maar Rishma voelt zich een Surinaams Hindostaanse Amsterdammer, de stad waar ze na haar studie is gaan wonen. “Mijn hart maakt een sprongetje bij het terugzien van Amsterdam als ik weg ben geweest. Zo lang ik leef organiseer ik dan ook deze herdenking en geef ik later het stokje door aan de volgende generatie.

Meer informatie via: www: www.3mei-liefdevolverzoek.nl

Stem op deze kandidaat

‘Jongeren die 10-0 achterstonden, staan nu 10-0 voor’

Wenner Regales | Keep it Real

Tekst Titia Hartvelt | Foto Anita Edridge

Op zijn twaalfde kwam Wenner met zijn moeder en zijn broertje naar Nederland. Hij was een lastpak vertelt hij met een schalkse lach op zijn gezicht. Op zijn zeventiende heeft zijn moeder hem in de kraag gegrepen en hem weer teruggestuurd naar Curaçao. Daar vond hij de muziek. “Dat was het enige wat van mezelf was. Muziek op Mtv gaf me veel inspiratie, ik deed niet aan sport”, vertelt Wenner.

Vier jaar later kwam hij terug naar Nederland, naar de Bijlmer. “De flats waren weg, maar de problemen waren er nog steeds, vooral met jongeren.” Inmiddels was muziek zijn passie geworden en kwam zijn eerste hiphop-plaat met Osdorp Posse uit bij Djax Records. Door de combinatie van de liefde voor muziek, iets voor jezelf hebben en de jongerenproblematiek in de Bijlmer, is het idee van Keep it Real ontstaan. Dat is uitgegroeid tot een team van ervaringsdeskundige influencers die met hun verhalen de jeugd op middelbare scholen lessen meegeven die zij niet in de boeken terugvinden.

Kwetsbaar

Levenslessen zogezegd. “We doceren het spectrum waar deze jongeren op middelbare scholieren mee te maken hebben. Jongeren zijn kwetsbaar, beïnvloedbaar en kunnen voor je het weet het verkeerde pad op gaan. Je hebt thuis en school, daar is het veilig. Het gebeurt er tussenin. Wij zijn een haven waar ze naar toe kunnen buiten school”, vertelt Wenner. “Jongeren identificeren zich met ons en we spreken hun taal. Dan is communiceren makkelijk. Ze voelen zich comfortabel.”

Bij binnenkomst van de school neemt het team van Keep it Real het als het ware over. Naast ervaringsdeskundigen zijn daar ook ketenpartners bij zoals straatcoaches, zorgcoördinatoren en jeugd en veiligheid van de gemeente. “We komen dan met het hele team, zo’n vijftien man, de school binnen, vertellen ons verhaal, in kleinere groepen of individueel”, vertelt Wenner, alsof het heel simpel is. “We hebben het over mediawijsheid, de onlinewereld, weerbaarheid, oorzaak en gevolg, muziek, teksten schrijven, world of fake, over daders en slachtoffers, geen onderwerp is te gek. Het verhaal wordt van zoveel kanten verteld, om de jongeren verschillende invalshoeken mee te geven. Alles wat wordt besproken blijft binnen de muren van het klaslokaal. Dat is een afspraak. Wat de jongeren zelf buiten het lokaal vertellen is hun eigen verantwoordelijkheid.”

Succesverhalen

En er zijn al heel wat succesverhalen. Zoals een 17-jarige jongen op het voortgezet speciaal onderwijs in Zuidoost. Hij neigde al de verkeerde kant op te gaan, had geen ritme, geen regelmaat en blowde veel. Elke ervaringsdeskundige van het Keep it Real-team heeft zijn eigen tool om in te zetten om jongeren te helpen, om ze andere inzichten te geven en ze te leren uiten. Voor Wenner is dat muziek. Deze jongen kreeg de tool om te gaan kickboksen. “Dat is een trigger om doorzettingsvermogen te stimuleren. Naast zijn school, loopt hij een stage kickboksen om discipline te krijgen, weerbaar te worden en te leren niet op te geven en door te zetten. De jongens van de sportschool nemen hem mee. Het gaat met vallen en opstaan. Soms valt hij ook letterlijk op de grond. En iedereen helpt hem figuurlijk weer overeind. Na drie weken had hij al enorme vooruitgang geboekt en blowde hij al niet meer”, vertelt Wenner trots. “Deze jongen stond 10-0 achter en nu staat hij 10-0 voor.”

Samenwerking

Het succes van Keep it Real komt volgens Wenner door de ervaringsdeskundigen. ‘Zij speken de taal van de jeugd, daardoor weten we ze te bereiken. Ook is samenwerking met de familie cruciaal. Je hebt elkaar nodig om dit voor elkaar te krijgen, ook om erachter te komen wat een jongere nodig heeft.” 

Keep it Real komt over de vloer bij twee scholen in Noord en drie in Zuidoost. In september start de UvA met een onderzoek naar het effect van de interventie van Keep it Real. Daarmee hoopt Wenner meer erkenning en subsidie te krijgen om de activiteiten uit te kunnen breiden. 

En de jeugd?  “Die reageert positief. Ze komen graag naar onze lessen. Soms hebben ze een vrije dag om zelf in te delen. Dan willen ze vaak een bijeenkomst met Keep it Real”, vertelt Wenner trots.

Stem op deze kandidaat

‘Wij zijn een stichting die verspilling tegengaat en bijdraagt aan een betere wereld’

Helen van der Bilt | Helen’s Free Food Market

Tekst Titia Hartvelt | Foto Anita Edridge

Helen hield zich altijd al bezig met voedselverspilling en kwam regelmatig bij Taste Before You Waste in Amsterdam Oost. “Daar heb ik mijn passie ontdekt voor het tegengaan van voedselverspilling. Toen ze in de zomer een paar maanden dicht gingen, vroeg ik wat er zou gebeuren met het eten dat zij normaal gesproken ophaalden bij winkels in de buurt. Dat zou waarschijnlijk worden weggegooid. Ik heb het die twee maanden overgenomen. In Oost bij verschillende winkels eten opgehaald en in Noord, waar ik woon, uitgedeeld vanuit De VerbroederIJ, aan mensen die het niet breed hebben”, vertelt Helen.

Na twee maanden hield het op. Maar het werk van Helen was niet onopgemerkt gebleven bij Stadsdeel Noord. “Er kwam een ambtenaar langs en zo kreeg ik een opdracht als zzp’er van de gemeente om de verborgen armoede in de Vogelbuurt en IJplein in kaart te brengen. Wij bereiken blijkbaar mensen die voor het stadsdeel niet zichtbaar zijn. Wij maken een praatje, adviseren en verwijzen door.”  Toen de opdracht eindigde, werd Helen’s Free Food Market een stichting. Er werden fondsen aangeschreven voor subsidie, maar het is niet makkelijk om dat te krijgen.

Positieve plek

Even voor de duidelijkheid: Helen’s Free Food Market is geen voedselbank maar: “een stichting die verspilling tegengaat en bijdraagt aan een betere wereld. Wat ik leuk vind is een positieve plek creëren waar mensen naar toe kunnen komen en een gezellig moment hebben. Mensen die komen om voedsel te halen, laten we in hun waarde. Ze mogen zelf kiezen wat ze willen eten. We helpen hen, maar we dragen gezamenlijk bij aan voedselverspilling.” 

Het voedsel wordt elke dinsdag uitgedeeld bij De VerbroederIJ aan het IJ op de Johan van Hasseltweg. “We zijn klein begonnen, maar zijn nu veel groter.” Er zijn zo’n veertig vrijwilligers, 25 van hen helpen elke week. Bij binnenkomst worden mensen verwelkomd door een vrijwilliger die een praatje met mensen en tipt ze over wat ze het beste kunnen doen in hun situatie. Daarna lopen ze langs de kratten voedsel die op tafels staan. Kratten met groente, fruit en brood dat de dagen ervoor door vrijwilligers overal vandaan is gehaald en gesorteerd. Bezoekers worden in tijdvakken ingedeeld en krijgen een half uur om hun boodschappen te doen. Er is altijd tijd voor een babbeltje en koffie of thee. Op de dagen dat er weinig is, wordt de voorraad aangewend, om mensen toch iets goeds mee te geven.

100 gezinnen

Wekelijks worden 100 gezinnen door Helen’s Free Food Market gevoed door voedsel dat overblijft. Tien huishoudens in de buurt die niet de mogelijkheid hebben om naar de markt te komen, krijgen een tasje met boodschappen thuisbezorgd. “De enige voorwaarden die wij hebben is dat je als klant uit Noord komt en de reden financieel is. We toetsen het niet. We doen het op basis van vertrouwen”, vertelt Helen.

Regelmatig staat Helen versteld over wat ze krijgt van winkels. “Veel producten zijn tegen de datum aan of gaan uit het assortiment. Er is een team dat voedsel ophaalt en er is een sorteerteam. Soms zijn er echt dingen bij die niet goed meer zijn. Vandaar dat we het eerst sorteren. We gooien eigenlijk niks weg. Alles wat we niet kunnen gebruiken gaat naar Barry en Rosita, de twee varkens van De Verbroederij.”

Voedselcirkel Amsterdam

Om voedsel zo efficiënt mogelijk op te halen, heeft Helen Voedselcirkel Amsterdam opgezet waarbij negen andere initiatieven zijn aangesloten. “Het was best lastig voor grote bedrijven die veel weggeven om te achterhalen wie wat kwam halen. Vooral als er producten om een bepaalde reden teruggehaald moesten worden, hadden ze geen idee aan wie ze het hadden meegegeven. Nu halen we als één organisatie alles op en verdelen het onderling en we weten wie wat heeft gekregen.”

“De Gemeente Amsterdam staat achter onze voedselcirkel. Het sluit goed aan bij hun voedselstrategie en vindt samenwerking heel belangrijk. We zoeken nu alleen nog een ruimte om het voedsel te verdelen.” Onlangs is er nog een crowdfunding opgezet, waardoor Helen’s Free Foodmarket veel aandacht heeft gekregen en geld heeft opgehaald. Ook de opbrengst van een ludieke actie van de gemeente Amsterdam die een spaarpaal als pilot op de Meeuwenlaan had neergezet was voor de foodmarket. Iedereen die zich aan de snelheid hield bracht een klein bedrag op. De buurt koos Helen’s initiatief uit als doel. 

Geld speelt uiteraard een rol om als stichting te kunnen bedruipen en door te ontwikkelen. “Op de lange termijn wil ik er een sociale onderneming van maken met een productlijn van overgebleven producten, inkomsten genereren om de foodmarket wat zelfstandiger te laten opereren. Ik stop er zoveel mogelijk uren in om door te gaan en te groeien. Daarbij kijk ik niet op een uur meer of minder, het is gewoon mijn kindje. Ik probeer te doen wat ik kan op kleine schaal. Als we dat allemaal proberen dan helpt dat in het grotere plaatje.’

Stem op deze kandidaat

‘Het enige wat ik doe als voorzitter is mensen verbinden’

Rutger ter Hoeven | voorzitter FC Weesp

Tekst Titia Hartvelt | Foto Anita Edridge

Vier jaar geleden heeft Rutger ter Hoeven als nieuwe voorzitter voor een rigoureuze omslag bij de Weesper voetbalvereniging gezorgd. “We zijn begonnen met een nieuwe visie, we hebben daarop een plan gemaakt en geëxecuteerd.” De vereniging is duurzaam gemaakt met warmtepompen en zonnepanelen, er wordt veel gevoetbald maar er is ook ruimte voor andere leuke dingen, zoals feesten en partijen, het park is vergroend met onder andere  kikkerpoelen en een bijenhotel en er is een nieuw groen terras en oprit. Allemaal voor elkaar gekregen met vrijwilligers van de club, dat wil zeggen betrokken leden en ouders van de jeugdleden.

Want zo werkt een vereniging, vindt Rutger. Voor zijn aantreden was FC Weesp alleen een voetbalclub, bestuurd door een vaste groep mensen en met focus op het eerste elftal. “Er kon eigenlijk niks”, concludeert Rutger.  “Nu is het een sociaal maatschappelijke organisatie die voor voetbal en activiteiten zorgt. De lokale moskee kan er een iftar organiseren, de avondvierdaagse kan hier starten en finishen, de gemeente kan er een inspraakavond houden. Overdag verhuren we de bestuursruimte aan de buitenschoolse opvang. Die zitten er nu vijf dagen met drie groepen en betalen huur voor het gebruik van het pand. Sociaal maatschappelijke activiteiten faciliteren we gratis.” Nog meer initiatieven zijn welkom. Rutger denkt dan bijvoorbeeld aan de kaartclub, dartclub, ouderenclubs, jeugdwerk met een movie night of een club als de Vrouwen van Weesp. “Laat alles maar komen, ik vind het wel leuk al die gebruiksgroepen, als het maar voor verbinding zorgt.”

Meer inclusief

Rutger is iemand van de initiatieven. “Samen met twee vertegenwoordigers uit de jeugd hebben we een paar jaar geleden een soort van coupe gepleegd. Daarna hadden we de mogelijkheid om het anders te doen, meer inclusief en sociaal en op de jeugd gericht.” Inmiddels zijn zijn twee maatjes gestopt en is er nu een negenkoppig bestuur dat er zin in heeft.

Het succes om mensen te betrekken is heel simpel. “We hebben drie smaken om hier lid te worden. Dat is het standaard model; contributie betalen met tien uur vrijwilligerswerk. Als je als lid een functie doet, en dat kan zijn van het vlaggen van het eerste, bestuurslid worden of wat dan ook, dan krijg je gratis contributie voor jezelf of één van je kinderen. En als je niks doet betaal je dubbele contributie.”

Bewustwording

Het gaat om de bewustwording van de leden dat FC Weesp een vereniging is die vrijwilligers hard nodig heeft. ”Mensen hebben niet goed door hoeveel waarde sportverenigingen hebben en hoe afhankelijk ze zijn van vrijwilligers. Je wil je kinderen toch laten voetballen? Voor hen is het een tweede thuis waar ze zich prettig voelen en waar ze een balletje kunnen trappen. We hebben een prettige plek gecreëerd om tijd door te brengen. Voorheen zorgde een bepaalde groep voor problemen en nu voelen ze zich hier veilig.” Jammer vindt Rutger het wel dat de sociaal maatschappelijke kant van een voetbalvereniging nog niet wordt gezien door instanties zoals jeugdzorg. “Alle fondsen geven hun geld aan allerlei organisaties behalve aan sportverenigingen, terwijl 1100 mensen laten sporten al een sociaal maatschappelijke taak is.”

Klussen in processen

Sinds het nieuwe beleid is ingevoerd, ziet Ruger een enorme aanwas van vrijwilligers. De reden is simpel, namelijk omdat het leuk wordt. “We krijgen nu vragen als ‘mag ik de website doen, want dat ziet er niet uit’. Er is een ploeg bezig met de schoonmaak omdat het slecht was georganiseerd. Als mensen vragen of ze iets mogen doen, dan zeg ik altijd: ‘ ja, maar je moet het zelf doen’. Het is klussen in processen gieten en onafhankelijk worden en zo delegeer je het over de hele breedte van de vereniging. We zijn nu op het punt gekomen dat er veel goed is georganiseerd en we minder evidente vacatures gaan invullen.” FC Weesp telt nu 1100 leden waarvan 700 jeugdleden en heeft 300 vrijwilligers met twee betaalde krachten; de trainer van het eerste en hoofd opleidingen, omdat de KNVB dat verplicht.

“Het enige wat ik doe als voorzitter is mensen verbinden. Het wordt steeds gezelliger en leuker voor vrijwilligers. En daarmee doen we niks anders dan wat andere clubs ook kunnen doen. Ik geloof erin dat je de verbinding moet zoeken. Hoe meer mensen je betrekt, hoe meer er terugkomt uit de samenleving om het leuk te maken. Je leert weer nieuwe mensen kennen van diverse pluimages waar je een meer persoonlijke band mee opbouwt. Dat kunnen andere clubs ook.”

Stem op deze kandidaat

‘De Rouwen en Vieren Kas is van niemand voor iedereen’

Rikko Voorberg | Rouwen en Vieren Kas

Tekst Titia Hartvelt | Foto Anita Edridge

Elke laatste twee weken van het jaar staat de Rouwen & Vieren Kas op het Mercatorplein. Afgelopen jaar voor de derde keer. Mensen die een dierbare zijn verloren of om een andere reden rouwen, kunnen hier terecht in de voor hun vaak moeilijkste tijd van het jaar. Voor simpel een kaarsje te branden of een praatje te maken. “De kas is een plek waar je even stil staat bij je verlies. Rouw is soms zo zwaar, maar ook zo verbindend, omdat iedereen het herkent”, vertelt Rikko Voorberg, initiatiefnemer van de kas.

In de donkerste periode van het jaar is er ruimte in de kas voor lichtjes, verdriet, gemis en dankbaarheid. “In het eerste jaar kwamen er al 1000 tot 1200 mensen vanuit de hele stad naar de kas. Ook iemand uit Groningen”, weet Rikko nog. “Zo iemand rijdt dus vanuit Groningen langs heel veel plekken waar je een kaarsje kan branden, maar komt dan helemaal naar de Rouwen & Vieren Kas. Dat is bijzonder. Blijkbaar doet deze kas echt iets bijzonders zo midden op een plein in de stad.”

Rouw voelen

En zo kan Rikko nog veel andere voorbeelden voor zich halen. Zoals een kind van een jaar of zes dat de kas inloopt en een kaarsje aansteekt of een hele familie die zich verzameld om er een kaarsje aan te steken. “Dat zijn de mensen die binnenkomen, maar er zijn er zoveel die langs fietsen en de rouw voelen die er mag zijn.” Bij binnenkomst kunnen mensen een kaarsje branden voor hun dierbare, iets in het gastenboek schrijven en op een lint iets schrijven van dankbaarheid of anders. Dat lint kun je in de kerstbomen knopen die rond de kas staan.

Rikko kwam op het idee van Rouwen & Vieren door een vriendin die haar dochtertje is verloren. Zij vertelde dat de eerste twee maanden nog wel plek is om te rouwen, maar daarna wordt het moeilijk, hoe praat je er over en wanneer?  Ze vond dat rouw veel meer ruimte verdiende en samen met Rikko kwam ze op het idee van een kas, midden op het Mercatorplein. “Geen religieuze plek maar gewoon een prachtig ingericht glazen huis. Van niemand voor iedereen”, concludeert Rikko.

Dankbaarheid

Deze mogelijkheid om te rouwen wordt niet alleen heel positief gewaardeerd, maar heeft ook nog eens veel goeds tot gevolg. “Rouw maakt dankbaarheid los. Rouw kan niet bestaan zonder liefde. Als je het de ruimte geeft, komt er veel liefde vrij. Ik heb in geen enkel project zoveel verschillende talen, culturen, leeftijden en culturele achtergronden samen gezien om te rouwen. De Rouwen & Vieren kas verbindt mensen”, ervaart Rikko die ook heel veel doet voor vluchtelingen en ongedocumenteerden. “In mijn werk zoek ik altijd hoe dat wat ingewikkeld is in het leven, ruimte kan krijgen en dat heeft vaak zoveel moois tot gevolg.”

Permanente plek

Het Mercatorplein is de tijdelijke plek voor de kas. Rikko werkt aan een permanente plek in de buurt waar het hele jaar door ruimte is voor Rouwen & Vieren. In gepolariseerde tijden is er behoefte aan een toegankelijke plek voor verdriet en rouw. Inmiddels is het initiatief gegroeid naar vijf steden. Dit jaar komen er zelfs zeven bij. “Het moet echt onderdeel zijn van ons publieke domein”, vindt Rikko. Hij heeft al een plek op het oog; een onderdoorgang vlak achter Mercatorplein. “Een vroegere drugsplek die nu donker en onfris voelt. Ik zou het fantastisch vinden als we het donkerste plekje van de buurt kunnen omtoveren in een zachte plek van mooie verhalen, verdriet, liefde en dankbaarheid. ”

Rouwen & Vieren groeit. Er komt een tentoonstelling in het Amsterdam Museum met verhalen van rouw uit de kas. Ook komen er rouwworkshops waar verschillende culturen in gesprek gaan over rouw en er komt een podcast uit. Van de linten uit de kas maakt een textielkunstenaar een rouwjurk als variant op de trouwjurk.

Rikko is blij met de ontwikkeling. Zijn nominatie voor Amsterdammer van het Jaar is meer dan welkom om Rouwen & Vieren nog meer voor het voetlicht te brengen.

Stem op deze kandidaat